Annot. Art. 67 | Art. 67. |
| § 1. De Senaat telt zestig senatoren, van wie : |
| 1° negenentwintig senatoren aangewezen door het Vlaams Parlement uit het Vlaams Parlement of uit de Nederlandse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest; |
| 2° tien senatoren aangewezen door en uit het Parlement van de Franse Gemeenschap; |
| 3° acht senatoren aangewezen door en uit het Parlement van het Waalse Gewest; |
| 4° twee senatoren aangewezen door en uit de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest; |
| 5° een senator aangewezen door en uit het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap; |
| 6° zes senatoren aangewezen door de senatoren bedoeld in 1°; |
| 7° vier senatoren aangewezen door de senatoren bedoeld in 2° tot 4°. |
| § 2. Ten minste een van de senatoren bedoeld in § 1, 1°, heeft op de dag van zijn verkiezing zijn woonplaats in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. |
| Drie van de senatoren bedoeld in § 1, 2°, maken deel uit van de Franse taalgroep van het Parlement van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. In afwijking van § 1, 2°, hoeft een van deze drie senatoren geen lid te zijn van het Parlement van de Franse Gemeenschap. |
| § 3. Niet meer dan twee derden van de senatoren zijn van hetzelfde geslacht. |
| § 4. Indien een lijst bedoeld in artikel 68, § 2, niet vertegenwoordigd is door senatoren bedoeld in respectievelijk § 1, 1°, of § 1, 2°, 3° of 4°, kan de aanwijzing van de senatoren bedoeld in § 1, 6°, of § 1, 7°, gebeuren door de volksvertegenwoordigers die verkozen zijn op de voornoemde lijst. |
| Overgangsbepaling |
| Dit artikel treedt in werking op de dag van de verkiezingen met het oog op algehele vernieuwing van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen in 2014. Tot die dag zijn de volgende bepalingen van toepassing : |
| "§ 1. Onverminderd artikel 72, telt de Senaat eenenzeventig senatoren, van wie : |
| 1° vijfentwintig senatoren, overeenkomstig artikel 61 gekozen door het Nederlandse kiescollege; |
| 2° vijftien senatoren, overeenkomstig artikel 61 gekozen door het Franse kiescollege; |
| 3° tien senatoren, aangewezen door en uit het Parlement van de Vlaamse Gemeenschap, Vlaams Parlement genoemd; |
| 4° tien senatoren, aangewezen door en uit het Parlement van de Franse Gemeenschap; |
| 5° een senator, aangewezen door en uit het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap; |
| 6° zes senatoren, aangewezen door de senatoren bedoeld in 1° en 3°; |
| 7° vier senatoren, aangewezen door de senatoren bedoeld in 2° en 4°. |
| Bij de algehele vernieuwing van hun Parlement die niet samenvalt met de vernieuwing van de Senaat, behouden de senatoren bedoeld in het eerste lid, 3° tot 5°, die geen zitting meer hebben in hun Parlement, het mandaat van senator tot de opening van de eerste zitting na de vernieuwing van hun Parlement. |
| § 2. Ten minste een van de senatoren bedoeld in § 1, 1°, 3° en 6°, heeft op de dag van zijn verkiezing zijn woonplaats in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. |
| Ten minste zes van de senatoren bedoeld in § 1, 2°, 4° en 7°, hebben op de dag van hun verkiezing hun woonplaats in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad. Indien niet ten minste vier van de senatoren bedoeld in § 1, 2°, op de dag van hun verkiezing hun woonplaats hebben in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad, moeten ten minste twee van de senatoren bedoeld in § 1, 4°, op de dag van hun verkiezing hun woonplaats hebben in het tweetalige gebied Brussel-Hoofdstad." |