Trefwoorden:gemeenschaps- en gewestparlementen, verzoekschrift, verzoekschrift
Annot. Art. 41 WAALS GEWEST (Art. 138 van de Grondwet)
Art. 41 WAALS GEWEST (Art. 138 van de Grondwet)
Overeenkomstig artikel 28 van de Grondwet heeft ieder het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, bij het Parlement in te dienen.
Het Parlement heeft het recht de bij het Parlement ingediende verzoekschriften naar de Regering te verwijzen. De Regering is verplicht omtrent de inhoud uitleg te verstrekken zo dikwijls als het Parlement het vordert.
Op voorwaarde dat een verzoekschrift het aantal handtekeningen overeenkomstig de in het decreet bepaalde voorwaarden heeft verzameld en dat het de in het vierde lid bedoelde modaliteiten naleeft, heeft de indiener van een verzoekschrift of elke andere ondertekenaar die daartoe door de indiener van dat verzoekschrift wordt aangewezen, het recht om gehoord te worden. Onder indiener van het verzoekschrift dient te worden verstaan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.
Om het recht te openen om te worden gehoord, moet het verzoekschrift een concrete vraag formuleren over een onderwerp dat onder een bevoegdheid uitgeoefend door het Gewest krachtens artikel 138 van de Grondwet valt en dat niet in strijd is met de mensenrechten en de fundamentele vrijheden die worden gewaarborgd door Titel II van de Grondwet en door de internationale verdragen die door België zijn geratificeerd.
De indiener van een verzoekschrift heeft recht op antwoord binnen zes maanden na de indiening van het verzoekschrift.