Annot. Art. 88 | Art. 88. |
| § 1. Personeelsleden van de ministeries worden, bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit, overgedragen naar de Regeringen met het oog op de uitoefening van de aan de Gemeenschappen en de Gewesten toegewezen bevoegdheden. |
| § 2. Na overleg met de representatieve vakorganisaties van het personeel, bepaalt de Koning bij in Ministerraad overlegd besluit, de datum en de nadere regelen van de overgang van de personeelsleden bedoeld in § 1 naar de respectieve Regeringen. |
| De overgang van de personeelsleden geschiedt met hun graad of een gelijkwaardige graad en in hun hoedanigheid. |
| Zij behouden tenminste de bezoldiging en de anciënniteit die zij hadden of zouden verkregen hebben indien zij in hun dienst van herkomst het ambt hadden blijven uitoefenen dat zij bij hun overplaatsing bekleedden. |
| De rechtstoestand van die personeelsleden blijft beheerst door de ter zake geldende bepalingen, zolang de Koning van deze bevoegdheid geen gebruik heeft gemaakt. |
| § 3. In het kader van de overdracht aan de Gewesten van de bevoegdheden bedoeld in artikel 6, § 1, I, 7°, regelt de Franse Gemeenschapsregering de modaliteiten en de datum van de overdracht van de betrokken personeelsleden van de Franse Gemeenschapsregering naar de Waalse Gewestregering. |
| § 3bis. In het kader van de overdracht aan het Waals Gewest van de bevoegdheden bedoeld in artikel 4, § 1, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, voor wat de in het Franse taalgebied gelokaliseerde opbrengst van het kijk- en luistergeld betreft, regelt de Franse gemeenschapsregering de modaliteiten van de overdracht van de betrokken personeelsleden van de Franse gemeenschapsregering naar de Waalse gewestregering. |
| In het kader van de overdracht aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest van de bevoegdheden bedoeld in artikel 4, § 1, van de bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de gemeenschappen en de gewesten, voor wat de in het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad gelokaliseerde opbrengst van het kijk- en luistergeld betreft, bepalen de Vlaamse regering en de Franse gemeenschapsregering in onderling akkoord, elk wat haar betreft, de nadere regelen van de overdracht van de betrokken personeelsleden van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap naar de Brusselse Hoofdstedelijke regering. |