Trefwoorden:controle verkiezingsuitgaven, financiering politieke partijen, gemeenschaps- en gewestparlementen, controle verkiezingsuitgaven, gemeenschaps- en gewestparlementen, financiering politieke partijen, gemeenschaps- en gewestparlementen, onderzoek van de geloofsbrieven, ... (toon meer)
Annot. Art. 31
Art. 31.
§ 1. Elk Parlement spreekt zich uit over de geldigheid van de kiesverrichtingen betreffende zijn leden en hun opvolgers.
In geval van nietigverklaring van de verkiezing moeten alle formaliteiten worden overgedaan, ook de voordracht van de kandidaten.
§ 2. Elk bezwaar tegen een verkiezing moet, op straffe van verval, schriftelijk gebeuren, ondertekend zijn door een van de kandidaten en de identiteit en de woonplaats van de indiener van het bezwaar vermelden.
Het moet binnen tien dagen na het opmaken van het proces-verbaal, en in ieder geval vóór het onderzoek van de geloofsbrieven, aan de griffier van het betrokken Parlement tegen ontvangstbewijs overhandigd worden.
§ 3. Elk Parlement onderzoekt de geloofsbrieven en beslist de geschillen die hieromtrent rijzen.
§ 4. De griffiers van het Vlaams Parlement en van het Waals Parlement kunnen zich, met het oog op het onderzoek van de geloofsbrieven door hun respectieve assemblées, door de administratieve overheden kosteloos de stukken doen overleggen die zij nodig achten.
§ 5. Elk Parlement of het door dat Parlement aangewezen orgaan controleert volgens de bij decreet bepaalde regels :
- de verkiezingsuitgaven en de herkomst van de geldmiddelen die daaraan zijn besteed, met betrekking tot de verkiezing van het Parlement. De federale overheid is evenwel bevoegd voor het vaststellen van de procedures en de formaliteiten betreffende de aangifte;
- alle voor het publiek bestemde mededelingen en voorlichtingscampagnes van zijn regering of één of meer van haar leden, alsook die van de voorzitter van het Parlement.
De Wetgevende Kamers, het betrokken Parlement of het door dat Parlement aangewezen orgaan moeten de sancties uitvoeren die met toepassing van de federale wetgeving betreffende de beperking van de verkiezingsuitgaven zijn opgelegd door een andere assemblee of door het door haar aangewezen orgaan.
§ 6. De Parlementen zijn bevoegd voor de aanvullende financiering van de politieke partijen, zoals bepaald in artikel 1, 2°, van de wet van 19 mei 1994 tot regeling van de verkiezingscampagne en tot beperking en aangifte van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van het Vlaams Parlement, het Waals Parlement, het Brussels Hoofdstedelijk Parlement en het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap, alsmede tot vaststelling van de toetsingsnorm inzake officiële mededelingen van de overheid