Annot. Art. 30 | Art. 30. |
| § 1. De artikelen 13 tot 19 en 21 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen zijn, mits de nodige aanpassingen, van toepassing bij de verkiezing van de leden van het Vlaams Parlement bedoeld in artikel 24, § 1, eerste lid, 2°, van deze wet. Bij de toepassing van die artikelen dient er "Vlaams Parlement" in plaats van " "Parlement" te worden gelezen. |
| Voor de verkiezing van de leden bedoeld in artikel 24, § 3, eerste lid, 2°, zendt elke fractie, vóór het einde van de tweede week die volgt op de algemene rechtstreekse verkiezingen van het Waals Parlement, al naar het geval, aan de voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement of, indien de voorzitter behoort tot de andere taalgroep van de het Brussels Hoofdstedelijk Parlement bedoeld in artikel 23 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, aan de eerste ondervoorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement een lijst met, in rangorde, zoveel namen van haar leden die zij aanwijst om deel uit te maken van respectievelijk het Parlement van de Franse Gemeenschap als er mandaten aan de fractie toekomen overeenkomstig het derde lid. |
| Het aantal mandaten van de leden bedoeld in artikel 24, § 3, eerste lid, 2°, dat aan elke fractie toekomt, wordt bepaald door de volgorde verkregen met toepassing van artikel 20, § 2, derde lid, van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen. |
| De lijsten van de leden aangewezen om deel uit te maken van het Parlement van de Franse Gemeenschap, zijn slechts geldig indien ze ondertekend zijn door de meerderheid van de leden die op dezelfde lijst gekozen zijn. |
| De voorzitter of de ondervoorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, al naar het geval, vergewist zich of de voorwaarden voor het opmaken van de lijsten van de leden aangewezen om deel uit te maken van het Parlement van de Franse Gemeenschap vervuld zijn. Hij verklaart de aangewezen leden voor gekozen. |
| § 2. Voor de toepassing van dit artikel worden geacht een fractie te vormen, de leden van een taalgroep die op een zelfde lijst verkozen zijn. |
| § 3. Is een mandaat bedoeld in artikel 24, § 1, eerste lid, 2°, eerste zin, vacant, dan voorziet, al naar het geval, de voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement of, indien de voorzitter niet behoort tot de Nederlandse taalgroep van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement bedoeld in artikel 23 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, de eerste ondervoorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement) onverwijld in zijn vervanging door zijn opvolger voor gekozen te verklaren. |
| Is een mandaat bedoeld in artikel 24,§ 3, eerste lid, 2°, vacant, dan voorzien de leden van de betrokken fractie van de Franse taalgroep van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, bedoeld in artikel 23 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, al naar het geval, die eerder de betreffende zetel hebben toegewezen, onverwijld in de vervanging door een nieuwe aanwijzing; de opvolger beëindigt het mandaat van zijn voorganger. |
| § 4. Wat de verkiezing van de in artikel 24, § 1, eerste lid, 2°, bedoelde leden betreft, worden het resultaat van de algemene telling van de stemmen en de naam van de gekozenen bekendgemaakt door het gewestbureau bedoeld in artikel 16 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen en toegestuurd aan het Vlaams Parlement. |