“B.31.2. Artikel 24, § 4, van de Grondwet bepaalt :
« Alle leerlingen of studenten, ouders, personeelsleden en onderwijsinstellingen zijn gelijk voor de wet of het decreet. De wet en het decreet houden rekening met objectieve verschillen, waaronder de eigen karakteristieken van iedere inrichtende macht, die een aangepaste behandeling verantwoorden ».
Die bepaling vestigt, op het vlak van onderwijs, het beginsel van gelijkheid en niet-discriminatie dat is afgeleid uit de artikelen 10 en 11 van de Grondwet.”
Zie, in dezelfde zin:
Grondwettelijk Hof 15 juni 2017, nr. 77/2017, B.8.2;
Grondwettelijk Hof 19 juli 2018, nr. 114/2018, B.10;
Grondwettelijk Hof 8 november 2018, nr. 152/2018, B.6.2;
Grondwettelijk Hof 25 november 2021, nr. 169/2021, B.4.1