Annot. Art. 162 | Art. 162. |
| De provinciale en gemeentelijke instellingen worden bij de wet geregeld. |
| De wet verzekert de toepassing van de volgende beginselen : |
| 1° de rechtstreekse verkiezing van de leden van de provincieraden en de gemeenteraden; |
| 2° de bevoegdheid van de provincieraden en van de gemeenteraden voor alles wat van provinciaal en van gemeentelijk belang is, behoudens goedkeuring van hun handelingen in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald; |
| 3° de decentralisatie van bevoegdheden naar de provinciale en gemeentelijke instellingen; |
| 4° de openbaarheid van de vergaderingen der provincieraden en gemeenteraden binnen de bij de wet gestelde grenzen; |
| 5° de openbaarheid van de begrotingen en van de rekeningen; |
| 6° het optreden van de toezichthoudende overheid of van de federale wetgevende macht om te beletten dat de wet wordt geschonden of het algemeen belang geschaad. |
| De bovengemeentelijke besturen worden geregeld bij de in artikel 134 bedoelde regel. Die regel verzekert de toepassing van de in het tweede lid bedoelde beginselen. De in artikel 134 bedoelde regel kan andere beginselen die hij essentieel acht vaststellen, al dan niet via een meerderheid van twee derden van de uitgebrachte stemmen, op voorwaarde dat de meerderheid van de leden van het betrokken Parlement aanwezig is. De artikelen 159 en 190 zijn van toepassing op besluiten en verordeningen van de bovengemeentelijke besturen. |
| Ter uitvoering van een wet, aangenomen met de in artikel 4, laatste lid, bepaalde meerderheid, regelt het decreet of de in artikel 134 bedoelde regel de voorwaarden waaronder en de wijze waarop verscheidene provincies, verscheidene bovengemeentelijke besturen of verscheidene gemeenten zich met elkaar kunnen verstaan of zich kunnen verenigen. Evenwel kan aan verscheidene provincieraden, aan verscheidene raden van bovengemeentelijke besturen of aan verscheidene gemeenteraden niet worden toegestaan samen te beraadslagen. |