Rechtspraak en adviezen

Algemeen

Grondwettelijk Hof 30 september 2021, nr. 127/2021

“B.4. Artikel 23 van de Grondwet waarborgt eenieder het recht een menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de bevoegde wetgevers, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening bepalen.

Artikel 23 van de Grondwet houdt een standstill-verplichting in, die eraan in de weg staat dat de bevoegde wetgever het beschermingsniveau dat wordt geboden door de van toepassing zijnde wetgeving in aanzienlijke mate vermindert, zonder dat daarvoor redenen zijn die verband houden met het algemeen belang.

Uit de tekst en de parlementaire voorbereiding van artikel 23 van de Grondwet blijkt dat de Grondwetgever niet enkel rechten beoogde te waarborgen, maar ook plichten wilde vooropstellen, uitgaande van de idee dat « het de plicht van de burger is om mee te werken aan de sociale en de economische vooruitgang van de maatschappij waarin hij leeft » (Parl. St., Senaat, BZ 1991-1992, nr. 100-2/4°, pp. 16-17). Daarom dienen de wetgevers bij het waarborgen van de economische, sociale en culturele rechten, rekening te houden met de « overeenkomstige plichten », zoals verwoord in het tweede lid van artikel 23.

Bij het waarborgen van de economische, sociale en culturele rechten, dienen de wetgevers bovendien rekening te houden met de gevolgen van hun beleid voor de toekomstige generaties.”

Lees meer

Grondwettelijk Hof 23 januari 2019, nr. 6/2019

“B.6.1. Artikel 23 van de Grondwet bepaalt dat ieder het recht heeft om een menswaardig leven te leiden. Daartoe waarborgen de onderscheiden wetgevers, rekening houdend met de overeenkomstige plichten, de economische, sociale en culturele rechten, waarvan ze de voorwaarden voor de uitoefening ervan bepalen. Die rechten omvatten onder meer het te dezen van belang zijnde recht op sociale bijstand. Artikel 23 van de Grondwet bepaalt niet wat die rechten, waarvan enkel het beginsel wordt uitgedrukt, impliceren, waarbij elke wetgever ermee is belast die rechten te waarborgen, overeenkomstig het tweede lid van dat artikel, rekening houdend met de overeenkomstige plichten.”

Zie, in dezelfde zin:

Grondwettelijk Hof 12 maart 2020, nr. 39/2020, B.12.2;

Grondwettelijk Hof 12 maart 2020, nr. 41/2020, B.6.1;

Grondwettelijk Hof 12 november 2020, nr. 144/2020, B.26;

Grondwettelijk Hof 10 februari 2022, nr. 22/2022, B.9.1;

Grondwettelijk Hof 20 juli 2023, nr. 112/2023, B.5.2

Lees meer

Grondwettelijk Hof 19 maart 2015, nr. 40/2015

“B.17.2. De verzoekende partijen voeren ook een schending aan van de in artikel 23 van de Grondwet vermelde rechten op billijke arbeidsvoorwaarden en op culturele en maatschappelijke ontplooiing.