Trefwoorden:parlementslid, parlementslid, vergoeding, Senaat, Senaat, vergoeding
Annot. Art. 71
Art. 71.
De Senatoren genieten geen wedde.
Zij hebben evenwel recht op vergoeding van hun onkosten.
De vergoeding van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 1° tot 4°, wordt bepaald door het Gemeenschaps- of Gewestparlement dat hen aanwijst. De vergoeding valt ten laste van dit Parlement.
De vergoeding van de senator bedoeld in artikel 67, § 1, 5°, stemt overeen met de vergoeding van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 3°, en valt ten laste van het Parlement van de Duitstalige Gemeenschap.
De vergoeding van de senatoren bedoeld in artikel 67, § 1, 6° en 7°, valt ten laste van de dotatie van de Senaat.
Binnen de grenzen van de Staat hebben de senatoren vrij verkeer op alle verkeerswegen door de openbare overheden geëxploiteerd of in concessie gegeven.
Overgangsbepaling
De invoeging van het derde tot en met het vijfde lid van dit artikel treedt in werking op de dag van de verkiezingen met het oog op de algehele vernieuwing van de Gemeenschaps- en Gewestparlementen in 2014.
Tot die dag hebben de senatoren recht op een vergoeding van vierduizend frank per jaar.