Trefwoorden:federaal parlement (Kamer en Senaat), federaal parlement (Kamer en Senaat), onverenigbaarheden
Annot. Art. 51
Art. 51.
Een lid van een van beide Kamers dat door de federale Regering wordt benoemd tot een ander bezoldigd ambt dan dat van minister en de benoeming aanneemt, houdt onmiddellijk op zitting te hebben en treedt niet weder in functie dan krachtens een nieuwe verkiezing.