Geraadpleegde versie
Art. 58novodecies.
§ 1. Bij wijze van overgangsmaatregel wordt, voor het begrotingsjaar 2015, voor de Duitstalige Gemeenschap een overgangsbedrag bepaald als de som van :
1° het bedrag verkregen door het verschil te maken voor het begrotingsjaar 2015 tussen :
a) het met toepassing van artikel 58terdecies, tweede lid, verkregen bedrag en;
b) het bedrag verkregen door het met toepassing van artikel 47/5, § 2, eerste en tweede lid, van de financieringswet bekomen bedrag te vermenigvuldigen met 0,5182 %;
2° het bedrag verkregen door het verschil te maken voor het begrotingsjaar 2015 tussen :
a) het met toepassing van artikel 58quindecies, tweede lid, verkregen bedrag en;
b) het bedrag verkregen door het met toepassing van artikel 47/7, § 2, eerste en tweede lid, van de financieringswet bekomen bedrag te vermenigvuldigen met 0,6637 %;
3° het bedrag verkregen door het verschil te maken tussen :
a) het in artikel 58sexdecies, eerste lid, vastgestelde bedrag en;
b) een bedrag gelijk aan 3.131.339 euro;
4° het bedrag verkregen door het verschil te maken voor het begrotingsjaar 2015 tussen :
a) het in artikel 58octodecies, eerste lid, vastgestelde bedrag en;
b) een bedrag gelijk aan 503.802 euro.
Het overeenkomstig het eerste lid vastgestelde overgangsbedrag, zal gedurende de jaren 2015 tot en met 2024 in nominale waarde constant blijven en dan, vanaf 2025 tot en met 2034 over tien jaar lineair afnemen tot nul.
§ 2. Evenwel wordt, vanaf het begrotingsjaar 2016, aan het in § 1 bepaalde overgangsbedrag een bedrag toegevoegd dat overeenstemt met het verschil, voor het begrotingsjaar 2016, tussen :
a) het met toepassing van artikel 58septdecies, tweede lid, verkregen bedrag, verminderd met het bedrag van de financieringen die door de federale overheid voor de Duitstalige Gemeenschap overeenkomstig artikel 47/9, § 4, van de financieringswet worden verzekerd en;
b) het in artikel 47/9, § 2, eerste lid, van de financieringswet bepaalde bedrag, verminderd met het bedrag van de financieringen die door de federale overheid voor de drie gemeenschapen en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie overeenkomstig artikel 47/9, § 4, van de financieringswet worden verzekerd en vermenigvuldigd met 0,5399 %.
Het overeenkomstig § 2 toegevoegde bedrag zal gedurende de jaren 2016 tot en met 2024 in nominale waarde constant blijven en vanaf 2025 tot en met 2034 over tien jaar lineair afnemen tot nul.
§ 3. Is het overgangsbedrag positief, wordt het met toepassing van § 1 voor het jaar 2015 en van § 2 voor het jaar 2016 en volgende bekomen bedrag gedurende de periode 2015 tot en met 2033 jaarlijks in mindering gebracht van de middelen bedoeld in artikel 58nonies.
Is het overgangsbedrag negatief, wordt de absolute waarde van het met toepassing van § 1 voor het jaar 2015 en van § 2 voor het jaar 2016 en volgende bekomen bedrag gedurende de periode 2015 tot en met 2033 jaarlijks toegevoegd aan de middelen bedoeld in artikel 58nonies.
Versies
Dit artikel is niet gewijzigd sedert de start van SenLex