Art. 58octies Toegevoegd aan de afdruklijst
uit: Wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap
Huidige taal
Art. 58octies.
Aan de Duitstalige Gemeenschap wordt een dotatie toegekend ter compensatie van het kijk- en luistergeld.
Het basisbedrag van deze dotatie wordt bepaald als het gemiddelde voor de begrotingsjaren 1999 tot en met 2001 van de in de Duitstalige Gemeenschap gelokaliseerde netto-opbrengst van het kijk- en luistergeld, met inachtneming van het lokalisatiecriterium zoals bepaald in artikel 5, § 2, 9°, van de financieringswet. De netto-opbrengst wordt uitgedrukt in prijzen van 2002.
Voor de begrotingsjaren 2003 tot en met 2014 en voor het begrotingsjaar 2015 maar uitsluitend voor wat de vaststelling betreft van de in de artikelen 58nonies en 58decies bedoelde basisbedragen, wordt het met toepassing van het tweede lid verkregen bedrag jaarlijks aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen van het betrokken begrotingsjaar, op dezelfde wijze als bepaald in artikel 38, § 3, van de financieringswet.
De in het eerste lid bedoelde dotatie wordt gevormd door een gedeelte van de opbrengst van de in artikel 7 van de financieringswet bedoelde federale personenbelasting.