Trefwoorden:Duitstalige Gemeenschap, financiering
Annot. Art. 58septies
Art. 58septies.
§ 1. Voor het begrotingsjaar 1993, is het totale op de Rijksbegroting uitgetrokken krediet, bedoeld in artikel 56, 2° , als volgt samengesteld :
1° het met toepassing van artikel 58bis, § 2 verkregen eerste gedeelte van 50 %;
2° het met toepassing van artikel 58ter, § 1 verkregen bedrag;
3° het met toepassing van artikel 58quater verkregen bedrag.
§ 2. Vanaf het begrotingsjaar 1994 tot en met 1999, is het totale op de Rijksbegroting uitgetrokken krediet, bedoeld in artikel 56, 2° , als volgt samengesteld :
1° het met toepassing van artikel 58bis, § 3 verkregen bedrag;
2° het met toepassing van artikel 58ter, § 2 verkregen bedrag;
3° het met toepassing van artikel 58quater verkregen bedrag;
4° een niet-hernieuwbaar eenmalig bedrag van 84 806 657 Belgische frank voor het begrotingsjaar 1999.
§ 3. Voor het begrotingsjaar 2000, is het totale op de Rijksbegroting uitgetrokken krediet, bedoeld in artikel 56, 2° , als volgt samengesteld :
1° het met toepassing van artikel 58bis, § 4 verkregen bedrag;
2° het met toepassing van artikel 58ter, § 3 verkregen bedrag;
3° het met toepassing van artikel 58quater verkregen bedrag;
4° een niet-hernieuwbaar eenmalig bedrag van 84 806 658 Belgische frank voor het begrotingsjaar 2000;
5° een vast jaarlijks bedrag van 11,1 miljoen Belgische frank.
§ 4. Voor het begrotingsjaar 2001, is het totale op de Rijksbegroting uitgetrokken krediet, bedoeld in artikel 56, 2° , als volgt samengesteld :
1° het met toepassing van artikel 58bis, § 5 verkregen bedrag;
2° het met toepassing van artikel 58ter, § 4 verkregen bedrag;
3° het met toepassing van artikel 58quater verkregen bedrag;
4° het met toepassing van artikel 58quinquies, § 4 verkregen bedrag;
5° een niet-hernieuwbaar eenmalig bedrag van 84 806 658 Belgische frank voor het begrotingsjaar 2001;
6° een vast jaarlijks bedrag van 11,1 miljoen Belgische frank.
§ 5. Vanaf het begrotingsjaar 2002 tot en met het begrotingsjaar 2006 is het totale op de Rijksbegroting uitgetrokken krediet, bedoeld in artikel 56, 2°, als volgt samengesteld :
1° het met toepassing van artikel 58bis, § 6, verkregen bedrag;
2° het met toepassing van artikel 58ter, § 5, verkregen bedrag of, in voorkomend geval, voor het begrotingsjaar 2005, het met toepassing van artikel 58ter, § 6, in aanmerking genomen bedrag;
3° het met toepassing van artikel 58quater verkregen bedrag;
4° het met toepassing van artikel 58quinquies, § 4, verkregen bedrag;
5° het met toepassing van artikel 58sexies verkregen bedrag;
6° een vast jaarlijks bedrag van 275 161,81 euro.
§ 6. Vanaf het begrotingsjaar 2007 en tot en met het begrotingsjaar 2013 is het totale op de Rijksbegroting uitgetrokken krediet, bedoeld in artikel 56, 2° , als volgt samengesteld :
1° het met toepassing van artikel 58bis, § 7, verkregen bedrag;
2° het met toepassing van artikel 58ter, § 5, verkregen bedrag;
3° het met toepassing van artikel 58quater verkregen bedrag;
4° het met toepassing van artikel 58quinquies, § 4, verkregen bedrag;
5° het met toepassing van artikel 58sexies verkregen bedrag;
6° een vast jaarlijks bedrag van 275 161,81 euro.
§ 7. Voor het begrotingsjaar 2014 en voor het begrotingsjaar 2015 maar uitsluitend voor wat de vaststelling betreft van de in de artikelen 58nonies en 58decies bedoelde basisbedragen, is het totale bedrag van de algemene federale dotatie, bedoeld in artikel 56, 2°, als volgt samengesteld :
1° het met toepassing van artikel 58bis, § 7, verkregen bedrag;
2° het met toepassing van artikel 58ter, § 7, verkregen bedrag;
3° het met toepassing van artikel 58quater verkregen bedrag;
4° het met toepassing van artikel 58quinquies, § 4, verkregen bedrag;
5° het met toepassing van artikel 58sexies verkregen bedrag;
6° een vast jaarlijks bedrag van 275.161,81 euro.