Annot. Art. 58quinquies | Art. 58quinquies. |
| § 1. Voor de begrotingsjaren 2001 tot en met 2014 en voor het begrotingsjaar 2015 maar uitsluitend voor wat de vaststelling betreft van de in de artikelen 58nonies en 58decies bedoelde basisbedragen, wordt een koppeling ingevoerd aan de evolutie van het aantal inwoners jonger dan 18 jaar die behoren tot de Duitstalige Gemeenschap. |
| Het basisbedrag voor de in het eerste lid bedoelde koppeling wordt voor het begrotingsjaar 2000 vastgesteld op 2 451,6 miljoen Belgische frank. |
| § 2. Voor het begrotingsjaar 2001 wordt het in § 1 bedoelde bedrag aangepast aan de procentuele verandering van het gemiddelde indexcijfer van de consumptieprijzen, op de wijze bepaald in artikel 13, § 2, van de financieringswet. |
| § 3. Het met toepassing van § 2 verkregen bedrag wordt jaarlijks vermenigvuldigd met een aanpassingsfactor. |
| Deze aanpassingsfactor wordt verkregen door de verhouding te berekenen tussen : |
| 1° enerzijds, het rekenkundig gemiddelde van het aantal inwoners jonger dan 18 jaar die behoren tot de Duitstalige Gemeenschap op 30 juni van de vijf voorgaande begrotingsjaren, verminderd met 20 % van de stijging of in voorkomend geval vermeerderd met 20 % van de daling van dat aantal ten opzichte van het rekenkundig gemiddelde bepaald in het 2° hierna; |
| 2° en anderzijds : |
| a) voor het begrotingsjaar 2001, het rekenkundig gemiddelde van het aantal inwoners jonger dan 18 jaar die behoren tot de Duitstalige Gemeenschap op 30 juni van de jaren 1995 tot en met 1999; |
| b) voor het begrotingsjaar 2002, het rekenkundig gemiddelde van het aantal inwoners jonger dan 18 jaar die behoren tot de Duitstalige Gemeenschap op 30 juni van de jaren 1996 tot en met 1999; |
| c) voor het begrotingsjaar 2003, het rekenkundig gemiddelde van het aantal inwoners jonger dan 18 jaar die behoren tot de Duitstalige Gemeenschap op 30 juni van de jaren 1997 tot en met 1999; |
| d) voor het begrotingsjaar 2004, het rekenkundig gemiddelde van het aantal inwoners jonger dan 18 jaar die behoren tot de Duitstalige Gemeenschap op 30 juni van de jaren 1998 tot en met 1999; |
| e) voor de begrotingsjaren 2005 tot en met 2014 en voor het begrotingsjaar 2015 maar uitsluitend voor wat de vaststelling betreft van de in de artikelen 58nonies en 58decies bedoelde basisbedragen , het aantal inwoners jonger dan 18 jaar die behoren tot de Duitstalige Gemeenschap op 30 juni 1999. |
| § 4. Voor de toepassing van artikel 58septies, wordt het verschil berekend tussen het met toepassing van § 3 verkregen bedrag en het met toepassing van § 2 verkregen bedrag. |
| § 5. De Koning stelt jaarlijks, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in § 3 bedoelde aanpassingsfactor vast, na overleg met de Regering van de Duitstalige Gemeenschap. |