Huidige taal
Art. 55.
§ 1. Voor de uitoefening van de haar toegewezen bevoegdheid, kan de Duitstalige Gemeenschap samenwerkings- of verenigingsakkoorden sluiten met één of meer gemeenschappen.
§ 2. Binnen het Parlement wordt een commissie opgericht om de samenwerking met de Vlaamse en de Franse Gemeenschap te bevorderen. Ze is samengesteld volgens de regels van de evenredige vertegenwoordiging van de politieke fracties. Samen met de commissies bedoeld in § 1 van artikel 4 van de wet van 21 juli 1971 betreffende de bevoegdheid en de werking van de cultuurraden voor de Nederlandse Cultuurgemeenschap en voor de Franse Cultuurgemeenschap vormt zij de verenigde commissies voor de samenwerking.
§ 3. Er wordt een commissie voor samenwerking opgericht bestaande uit acht leden, die voor de ene helft Duitssprekend, voor de andere helft Franssprekend moeten zijn. De eersten worden benoemd door de regering van de Duitstalige Gemeenschap, de anderen worden benoemd door de regering van de Franse Gemeenschap.
De beslissingen van de commissie moeten de meerderheid van de stemmen en tenminste twee stemmen van de duitssprekende leden en twee stemmen van de franssprekende leden verkrijgen.
De commissie beschikt op de aanvragen om steun voor culturele werkzaamheden die worden ingediend ten gunste van de taalminderheden gevestigd in de gemeenten die zijn genoemd in artikel 8, 1° en 2°, en in artikel 16 van de gecoördineerde wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken.
De commissie verleent toelagen ten bezware van een krediet dat haar te beschikking wordt gesteld door elk van beide Gemeenschapsparlementen. Aan de betrokken gemeente wordt kennis gegeven van de beslissing van de commissie.
Bij gebrek aan beslissing over een ingediend dossier binnen een termijn van drie maand vanaf het indienen van het dossier, kan dit op verzoek van één van de partijen aanhangig worden gemaakt bij het Overlegcomité bedoeld in artikel 31 van de gewone wet.
Andere talen